Het Fonds voor Instandhouding van Roofvogels (FIR) is een thematische werkgroep die in 1979 is opgericht om een einde te maken aan de vervolging van roofvogels. Het onderzoek naar roofvogels neemt binnen de beschermingsactiviteiten een steeds grotere plaats in. Kennis over levenswijze en broedbiologie bleek onontbeerlijk. Roofvogels hebben hun naam niet mee. "Roven" is een negatief begrip. Vroeger werd gedacht dat roofvogels een bedreiging vormden voor andere dieren. Het opeten van het ene dier door een ander, ook wel predatie genoemd, gebeurt echter uit lijfsbehoud en vormt slechts één van de vele sterfte-oorzaken. Door te jagen vervullen roofvogels een belangrijke (selectie) rol in de natuur. Alle roofvogels zijn wettelijk beschermd. Toch hebben roofvogels het in Vlaanderen plaatselijk zwaar te verduren. Jaarlijks worden er vele honderden opzettelijk gedood. Roofvogelvervolging gebeurt soms uit onwetendheid, maar meestal is er sprake van vermeend eigenbelang. Het wordt de dieren kwalijk genomen dat ze, naast muizen en insecten, ook jagen op konijnen, fazanten en duiven. Tevens zijn de habitatvernietigingen een belangrijk oorzaak in het verdwijnen van sommige roofvogelsoorten (denk maar aan grauwe, blauwe en bruine kiekendief).  Het verkeer, hoogspanningsleidingen en windmolens eisen jaarlijks een grote tol.

Het FIR is actief bezig om de visarend en zeearend als nieuwe broedvogel in Vlaanderen te mogen verwelkomen.

 

DE HOOFDDOELSTELLING VAN HET F.I.R. IS UIT TE DRAGEN DAT ROOFVOGELS RECHT HEBBEN OP HUN EIGEN PLAATS IN DE NATUUR.